.
zondag 1 augustus 2010
VAN MENS OP MENS: DE HAANTJES
DE HAANTJES
Toen mijn vader « Gilleke » trouwde, trouwde hij ook een stuk van haar familie, en dat is wel iets wat iedereen overkomt. Ge krijgt er de moeder, de vader, de broers, de zusters, schoonzusters en de kinderen bij, allemaal voor niets en zo pardoes ineens. Buiten bomma was er nog de zuster van Gilleke, die in het Walenland woonde, ze was er getrouwd met een socialist. Na de oorlog was ze eigenlijk naar het franstalig landsgedeelte gevlucht. Ze had, tijdens de oorlog, les gegeven aan de school van « Rosa de Guchteneire », een hevige aktiviste. Na de bevrijding, in 1918, was het tijd om een kruis te maken over deze periode en zo vlug mogelijk uw biezen te pakken. Want als meiske sneden ze uw kop kaal, en met « kletskoppen » van vrouwen was Vlaanderen ook niet veel. Het Vlaams romantisme van tante is zo gekoeld geraakt en ze is socialiste geworden. Naast tante waren er nog drie broers.
Eén ervan, de oudste, had de zaak van bompa verder gezet en deed in de velo's. Het was een haantje de voorste, dit heb ik altijd horen vertellen. Als jongeling terroriseerde hij zijn jongere zusje het was een echte plaaggeest. Hij spelde zus haar pop aan het plafond. Ook was hij verslingerd op verhalen, soms dacht hij dat hij Buffalo BilI was. Toen hij de boerkes velo's ging verkopen schoot hij in de dorpskafees zijn klanten naar hun voeten om hen te doen dansen.
Op zijn manier maakte hij veel plezier. Ook had hij gevoel voor schoonheid, met name de schone meiskens kon hij appreciëren. Hij droeg steeds een breed omrande hoed, zodat men hem zelfs « den Amerikaan » ging noemen.
Hij heeft nog « koereurs » gehad die voor zijn merk reden. Dit is natuurlijk een eeuwigheid geleden. Het was nog in de tijd dat men zijn man moest staan in een « Tour de France ». Daar moest ge niet alleen op « ne velo » kunnen rijden, maar ook een beetje bokssport kon men best gebruiken. Er viel nog te vechten, het ging niet met «doping» en van die dingen meer.
Als ge 80 jaar zijt noemt men u van de « derde leeftijd » tegenwoordig. Maar ik geloof dat « den Amerikaan » de boerkens nog zou doen dansen, in alle geval verkoopt hij ze nog altijd « velo's ».
Een veel jongere broer was ook een haantje. Maar dan op een heel ander gebied dan de oudste. Hij was een overtuigd communist, een stalinist.
« ... Stalin, leider, broeder, kameraad... », was toen de algemene leuze. Het was niet gemakkelijk om te militeren in die tijd. Het was tussen de twee wereldoorlogen, in de tijd van het opkomend fascisme. Het ging hard tegen hard. Ons haantje werkte in een Gents metaalbedrijf. Hij probeerde, er zijn werkmakers bewust te maken, bewust van de noodzakelijkheid en onafwendbaarheid van de socialistische revolutie- en de dictatuur van het proletariaat, bewust van de noodzakelijkheid een strijdvaardige proletarische partij op te bouwen.
Het was ook de tijd dat Duitse emigranten in België kwamen. Gevluchte kameraden uit Duitsland die op weg waren naar Madrid om zich daar in te lijven bij de Internationale Brigades. Zo wilden zij verder de fascistische horden bestrijden die nu de macht hadden in hun vaderland.
Ze verbleven hier een tijd illegaal. Vast geloofden ze dat de tijden van het socialisme zeker en onafwendbaar waren. Op donkere winteravonden hadden er bij bomma vergaderingen plaats met kameraden en emigranten. Ik kan me nog herinneren dat de deur op een kier stond. Bomma woonde in een oud herenhuis in een donkere straat, er recht tegenover was de kring van de parochie, 's Avonds kwamen de kameraden één voor één. Als er eventueel gevaar mocht zijn, dan waren de gordijnen open of dicht, naar gelang de noodzaak.
Rond de tafel werd de toestand besproken. Het waren duistere beelden, de oorlogsdreiging was groot, voor de tweede maal stonden de arbeiders op het punt elkaar te lijf te gaan. Daar waar in 1914 in zekere mate een actie werd gevoerd tegen het uitbreken van de oorlog, schenen de mensen nu ontredderd en toonden zich hopeloos gelaten. Het fascisme scheen een voldongen feit.
Maar toch leefde in de harten van de mensen rond de tafel bij bomma steeds de hoop op een betere toekomst. Ze geloofden, nog sterker misschien, aan het communisme. — Helaas, ze waren met niet veel.
Over haantje drie, ook en broer, ook een communist maar tevens artiest hebben we het volgende week
. Jan VERWEST.
.
13 maart 1976
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten